Koos H., de Haagse nachtportier met levenslang voor; massamoord op jonge meisjes, was half april dit jaar onderwerp van een lezing op het hoofdbureau in de Hoofdstad. Inleider was commissaris G. Frencken, die in 1980 deel uitmaakte van de jacht op H. De lezing werd bijgewoond door een uitgelezen gezelschap. De aanleiding van de bijeenkomst was dan ook heel bijzonder.

Half februari had zich bij de Haagse politie een man gemeld die beweerde informatie te hebben over het vermiste IJmuidense meisje Cheryl Morriën. Hij zei dat hij Cheryl had gedood. De onbekende, die zich "de struikrover" noemde, bleef bellen en dreigde zelfs met ontvoering van nog een kind. De Justitie besloot daarop de opbeller op te sporen. "De struikrover" werd al geïdentificeerd voordat hij op 28 maart in Den Haag werd gearresteerd.

Zijn naam veroorzaakte zowel bij de politie en Justitie in Den Haag als in Haarlem een interne explosie. Het was een volle neef van Koos H., de moordenaar van drie jonge meisjes. De neef, een 22-jarige uitzendkracht, die de politie wekenlang met zijn telefoontjes had beziggehouden, bleek geen struikrover maar een zachtmoedige jongeman. Hij had geen strafblad. Al voordat hij was aangehouden ging het onderzoeksteam, uit Haarlem en Den Haag, al twijfelen aan het waarheidsgehalte van zijn informatie.